Onderzoek naar imago politie

Nieuwsbericht

Onderzoek naar imago politie

De Nederlandse bevolking is ontevreden over de bereikbaarheid van de politie. Dat is één van de conclusies van een onderzoek naar het imago van de politie onder de bevolking dat in opdracht van Stichting Maatschappij en Veiligheid is uitgevoerd door onderzoeksbureau Motivaction.

In het onderzoek kwamen vragen aan de orde als: Welke beelden heeft de bevolking van het functioneren van de politie op dit moment? Welke eigenschappen vindt men dat de politie op dit moment heeft? En over welke eigenschappen zou, volgens de bevolking, een ‘ideale' politie moeten beschikken? In hoeverre wordt de politie gerespecteerd? En: Op welke punten vindt men dat de politie tekort schiet?

Resultaten

Het imago van de Nederlandse politie onder de bevolking is op belangrijke onderwerpen positief. Eigenschappen die de bevolking het meeste van toepassing vindt op de Nederlandse politie zijn: fatsoen, behulpzaamheid, betrouwbaarheid, professionaliteit en deskundigheid. Dat zijn belangrijke positieve eigenschappen voor de politie van een democratische rechtstaat. Betrouwbaarheid en professionaliteit worden door de bevolking niet alleen in sterke mate aanwezig geacht, het worden ook hele belangrijke eigenschappen gevonden. Fatsoen en behulpzaamheid vindt de bevolking minder belangrijk.

Er zijn ook eigenschappen die de bevolking belangrijk vindt, maar die men in mindere mate aanwezig acht bij de Nederlandse politie: bereikbaarheid, objectiviteit/onpartijdigheid, daadkracht en gezag.

Bereikbaarheid wordt als het grootste probleem ervaren. Het oordeel over de bereikbaarheid is op dit moment het onderwerp dat het verst verwijderd is van wat men idealiter zou willen. Dit geldt vooral in meer landelijke gebieden en bij ouderen. Het onderzoek geeft geen antwoord op de vraag welke bereikbaarheidsproblemen precies tot het kritische oordeel leiden. Het kan gaan om 112-meldingen, om de bereikbaarheid via het ‘gewone' telefoonnummer, om bureaus die gesloten zijn of om het in contact komen met een concrete politieambtenaar naar aanleiding van een voorval waarbij men betrokken is geweest. Uit ander onderzoek is bekend dat al deze problemen geregeld tot kritiek leiden. Voor de politie ligt hier hoe dan ook een belangrijk actiepunt.

Objectiviteit en onpartijdigheid vormen eveneens belangrijke thema's - de bevolking vindt deze aspecten belangrijk, maar men vindt ze minder sterk aanwezig bij de politie. Ook gezag is een probleem. Daarmee wordt bedoeld dat de politie onvoldoende gezag uitstraalt. In samenhang daarmee vinden veel burgers de politie ook onvoldoende daadkrachtig, te ‘soft'. En een meerderheid van de bevolking vindt dat de politie te weinig wordt gerespecteerd. Er lijkt samenhang te bestaan tussen de thema's daadkracht, gezag en respect. Men mag hieruit echter niet concluderen dat daadkrachtiger optreden automatisch zal leiden tot meer respect. Mensen vinden wel dat de politie harder moet optreden, maar dat gaat altijd over harder optreden tegen anderen. Als zij zelf ‘slachtoffer' worden van harder optreden, leidt dat meestal niet tot meer respect.

Tussen wat burgers als werkelijkheid ervaren en hun gewenste ideaalbeeld bestaat een aantal verschillen. De politie presteert beter dan deze wensen van de bevolking als het gaat om fatsoen, behulpzaamheid en moed. Daartegenover liggen bereikbaarheid, betrouwbaarheid, gezaghebbendheid en onpartijdigheid onder wat de bevolking als wenselijk ziet.

Eén van de mogelijkheden die de politie heeft om de visie van de bevolking te beïnvloeden, is tijdens contacten die burgers en politie hebben. In overeenstemming met ander onderzoek komt ook in dit onderzoek naar voren dat burgers die slachtoffer zijn geworden van een incident gemiddeld genomen een minder gunstig oordeel hebben over de politie. Een positief oordeel over het contact met de politie hangt vooral samen met de manier waarop burgers door de politie zijn behandeld. Als zij serieus werden genomen in het contact, als er sprake was van een correcte en vriendelijke behandeling, als er behulpzaam werd optreden, dan leidt dat tot een positiever oordeel. Contacten met de wijkagent worden gewoonlijk als positief ervaren.

Overigens mag men niet vergeten dat de aard van politiewerk met zich meebrengt dat een deel van de contacten tussen de politie en burgers onontkoombaar zodanig zal verlopen dat er sprake zal zijn van ontevredenheid.

HIER VINDT U HET ONDERZOEKSRAPPORT

Achtergrond van deze studie:

Wat betekenen veranderingen in de veiligheidszorg voor de bevolking?

Er verandert veel in de veiligheidszorg. Dat roept vragen op. Zoals de vraag wat al die veranderingen betekenen voor de bevolking. Wat mensen er van vinden. Vinden ze bijvoorbeeld dat de veiligheidszorg er beter door gaat functioneren of juist niet? Voelen ze zich veiliger? Hoe beoordelen en respecteren zij de organisaties die zich met veiligheid bezig houden? En hoe zien zij de rol die ze zelf worden geacht te vervullen?

Om die vragen te beantwoorden heeft de Stichting Maatschappij en Veiligheid aan onderzoeksbureau Motivaction gevraagd een onderzoek in te stellen, gericht op een paar belangrijke veranderingen. Het gaat om de volgende:

In de eerste plaats is de politie gereorganiseerd: de 26 regionale korpsen zijn per 1 januari 2013 samengevoegd tot één groot nationaal korps. Dat nieuwe nationale korps moet in de toekomst de veiligheid beter garanderen dan de ‘oude' organisatie en het moet leiden tot meer tevreden burgers. De vraag is: gaat dat ook gebeuren?

In de tweede plaats is er de afgelopen jaren sprake geweest van een forse toename van ‘nieuwe' typen politie: bijzondere opsporingsambtenaren, toezichthouders, verkeersregelaars, stadswachten, noem maar op. Zij doen veel taken die voorheen door de politie werden gedaan. En ze gaan steeds meer doen, zoals de behandeling van winkeldiefstal. Hoe ervaart de bevolking deze ontwikkelingen? Is men er tevreden over? Mogen stadswachten en hun veelsoortige collega's wat hen betreft straks nog meer taken gaan doen?

In de derde plaats wordt er steeds vaker een beroep op de bevolking zelf gedaan. Burgers zijn niet meer alleen (zoals vroeger) ‘de ogen en de oren van de politie' - van hen wordt in toenemende mate verwacht dat zij zelf (mede) verantwoordelijkheid nemen voor veiligheid. Natuurlijk binnen grenzen, maar steeds vaker wordt gewezen op de noodzaak om zelfredzaam te zijn en burgermoed te tonen. Spelen politie en andere veiligheidsorganisaties daarop voldoende in? Denken burgers en (bijvoorbeeld) politie ongeveer gelijk over wat belangrijk is en wat niet?

De veranderingen zijn onder meer een reactie op de toegenomen wens om het steeds veiliger te maken, maar ook op de noodzaak tot bezuinigingen en op de nieuwe visie dat veiligheid alleen maar kan groeien als iedereen zich daarvoor mede verantwoordelijk voelt. Wat vinden mensen belangrijk en in welke mate voldoen de betreffende organisaties daaraan? Hoe ontwikkelen deze oordelen zich in de loop der tijd? Zijn er knelpunten waaraan aandacht moet worden besteed? Deze vragen zijn aan bod gekomen in het onderzoek. Uiteraard met de bedoeling om het over een aantal jaren te herhalen zodat kan worden bezien hoe de vlag er dan bij hangt.

In een aantal publicaties zal de Stichting Maatschappij en Veiligheid de uitkomsten van dit onderzoek over het voetlicht brengen. In deze eerste publicatie staat het imago van de politie centraal.

Bron: Stichting Maatschappij en Veiligheid