Intelligence in Nijmegen: slim verschillende bronnen verbinden

5 maart 2016

‘Door het slim verbinden van verschillende bronnen is het beeld van een wijk, straat of groep ineens veel completer en actueler'

Nijmegen wil flinke stappen maken op het gebied van intelligence. In het onlangs afgeronde onderzoek rond het thema woninginbraken stond het slimmer omgaan met eigen, gemeentelijke én externe informatie -met name die van de politie- voorop. 'Intelligence begint bij de wil om aan de voorkant van maatschappelijke problemen te komen', vertellen hoofd Veiligheid Erik Boelaars en veiligheidsadviseur Toine Dam.

 

"Als je praat over intelligence dan heb je het eigenlijk over voorspellende waarde", zegt Toine Dam, adviseur veiligheid en projectleider Intelligence bij de gemeente Nijmegen. "De overheid beschikt over zó veel informatie waar ze veel meer mee kan en mag doen. Die informatie willen we inzetten om te anticiperen op wat er in de samenleving gebeurt. Het combineren en analyseren van gegevens uit verschillende domeinen, zoals veiligheid, zorg, jeugd, werk en inkomen leverde tal van nieuwe handvatten voor meer gerichte interventie en preventie op."

Samen met Erik Boelaars, hoofd afdeling Veiligheid vertelt hij over de Nijmeegse intelligencefunctie waarmee in 2015 een eerste start is gemaakt met een onderzoek rond het thema woninginbraak. "Nijmegen wil stappen maken op dit terrein", aldus Boelaars. "Wij zijn ons er op een bepaald moment van bewust geworden hoezeer we achter de feiten aan liepen. Als je kijkt naar woninginbraken; dat kun je beschouwen als een gehypete aanpak in het kader van de high impact crimes. Daar kun je achteraan lopen, maar wij hebben ons de vraag gesteld: wat is onze eigen strategische oriëntatie? We willen het fenomeen aan de voorkant beïnvloeden." Met een voorbeeld schetst Toine Dam wat er zoal mogelijk is: "Je kunt in beeld brengen waar de meeste inbraken plaatsvinden en om welk type woning met welke soort van bewoning (alleenstaanden of gezinnen, etc.) het dan gaat. Vervolgens kun je preventief optreden op plekken waar je dit soort woningen met vergelijkbare bewoning vindt en waar nog niet is ingebroken." Volgens Boelaars zet burgemeester Bruls stevig in op intelligence: "Hij is verklaard voorstander van deze ontwikkeling en zijn stuwende rol heeft het proces enorm geholpen."

Slimmer

De in 2015 uitgevoerde pilot betrof een analyse op basis van de data over de periode medio 2012 tot medio 2015. De data kwamen uit verschillende bronnen. De politie leverde gegevens over de woninginbraken die in die periode plaatsvonden in Nijmegen. Ook werd de High Impact Crimes lijst van de politie gebruikt, evenals de Top 150 lijst van het Veiligheidshuis. "Als je die lijsten over elkaar legt, zie je overeenkomsten en verschillen", vertelt Toine Dam. "Dan kom je ineens tot de ontdekking dat iemand wel op de HIC-lijst van de politie staat, maar niet bekend is bij het Veiligheidshuis." Volgens Dam levert het combineren en analyseren van eigen, gemeentelijke en externe informatie (met name die van de politie) een verrijkte integrale informatiepositie op. Dam: "De informatie is specifieker en actueler dan voorheen. Door het combineren van bronnen ontstaat er een integraal beeld van een wijk, straat of groep. Als we het hebben over woninginbraak krijg je een beeld van het type woningen, de hot spots en de hot times." Buurtpreventie kan dan onder andere snel een rol spelen. Maar er komen ook andere inzichten naar boven. Er zijn gegevens gebruikt uit de Basis Registratie Personen van de gemeente, de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) en diverse procesregistratiesystemen gerelateerd aan de leefgebieden zorg, inkomen, werk en jeugd. "Het slim combineren van al die beschikbare data informatie levert de gemeente extra aanknopingspunten op. Ook het beschrijven van het daderprofiel levert handvatten op." Zo bleek dat van de personen op de HIC-lijst die drie keer of vaker waren opgepakt voor woninginbraak, 70% uit een gezin afkomstig was dat bekend was bij de gemeentelijke afdeling Inkomen. "We zagen bijvoorbeeld dat er veel sprake was van eenoudergezinnen", licht Dam toe. "Die inzichten, op dat niveau, delen we in de driehoek. Dan ziet de politie ook dat er veel meer achter zit dan zij zelf in hun systemen hebben. Dat zorgt voor wederkerigheid. Als we dit met zijn allen een goede ontwikkeling vinden, verwacht ik dat het ministerie tegen de politie zegt: zet daar je gegevenspoorten maar voor open."

Monitorfunctie op buurtniveau

Boelaars en Dam benadrukken dat het in de Nijmeegse pilot ging om geanonimiseerde gegevens. "Wij richten ons nu met een fenomeenanalyse op de beleidsmatige en niet op de operationele kant." Om het gebruik van de gegevens voor beleidsdoeleinden rechtmatig te laten plaatsvinden, deed de gemeente melding bij het College Bescherming Persoonsgegevens. "Het soort kennis dat we opdoen is van belang voor sociale wijkteams of regieteams", vult Boelaars aan. "Ze kunnen gerichter en sneller interveniëren. Waar we naar toe willen is het ontwikkelen van een monitorfunctie op buurtniveau van de veel voorkomende veiligheidsproblemen in de stad. We zijn in Nijmegen druk in de weer met Veiliger Wijkteams waarin professionals door de kolom worden aangestuurd. In de nabije toekomst zijn dat autonome professionals die in een netwerk met partners problemen in een bepaald gebied oplossen en informatiegestuurd werken. Het is de bedoeling dat we over twee jaar een adequate monitorfunctie hebben ontwikkeld, die dynamisch beschikbaar is voor diverse gebiedsgebonden eenheden." Dam: "Er ontstaan inzichten op allerlei gebieden, zoal de toe- of afname van uitkeringen, schooluitval, schuldhulpverleningstrajecten, verhuismutaties en veel meer. Wijk- of buurtteams kunnen daar hun voordeel mee doen en op anticiperen."

Nieuwe pilot: verwarde personen

Dit voorjaar start Nijmegen met een tweede pilot gericht op verwarde personen. "Daar heb ik hoge verwachtingen van", zegt Boelaars. "Landelijk staat het probleem flink in de aandacht. Iedereen heeft er ideeën over, er circuleren veel beelden en verhalen. Wij willen de feiten boven tafel halen: wie zijn het in Nijmegen, welke problemen hebben ze? Om vervolgens aan de voorkant de zorg en hulpverlening te kunnen bieden om die problemen te voorkomen. De resultaten verwachten we in mei." Dat de pilot nu snel uitgevoerd kan worden, heeft ongetwijfeld te maken met opgedane kennis uit de eerste pilot. Dam: "Met de pilot woninginbraak wilden we het fenomeen bestuderen, maar ook duidelijk krijgen wat er aan randvoorwaarden nodig is om onze ambitie op intelligencegebied waar te maken. Al met al is het geen eenvoudig proces. Je brengt verschillende werelden bij elkaar: je verbindt informatiseringen & automatisering met onderzoek en statistiek, analisten, veiligheidsmensen, wetenschappers, uitvoerders... Het zijn verschillende bloedgroepen. Om resultaat te boeken moet je gezamenlijk de wil hebben om aan de voorkant van problemen te komen. Dat heeft ook met cultuur te maken. Je moet daarnaast verschillende typen vragen beantwoorden die te maken hebben met databeheer, beleid, gebruik van de gegevens, maar ook met privacy. Het zou goed zijn als de VNG bijvoorbeeld een handboek zou kunnen maken voor gemeenten die hiermee willen beginnen."

Centrumgemeente

Boelaars en Dam zien ook bij kleinere gemeenten veel interesse in de inzichten die de intelligencefunctie kan opleveren. Maar gebrek aan capaciteit levert nogal eens een probleem op. "Je ziet ook dat de bewustwording bij veel gemeenten nog in een pril stadium verkeert", weet Boelaars: "Ik kom ook mensen van gemeenten tegen die de houding hebben: we lossen de problemen wel op als we ze tegenkomen." Dam beaamt dat: "Het is een schoorvoetende beweging." Beiden zien wel een handelingsperspectief voor kleinere gemeenten: "Bespreek het met je centrumgemeente en doe het in gezamenlijkheid", adviseren ze. Een ander dringend advies is om de uitwisseling van informatie tussen instanties bestuurlijk goed te borgen. "Ook daarin moet je proactief zijn: regel het via de driehoek."