Aan de slag met knelpunten informatie-uitwisseling bij ondermijning

3 juli 2017

De basis om te kunnen optreden tegen ondermijnende criminaliteit ligt in het weten wat er speelt. Meer informatie is niet alleen nodig voor een stevige aanpak bij concrete, bekende criminele activiteiten. Ook signalen waarbij men vermoedt dat er meer aan de hand is, vergen een volledig beeld van de situatie. Dit betekent dat de burgemeester en wethouders informatie moeten kunnen krijgen van alle betrokken spelers over de ondermijnende criminaliteit. Gemeenten hebben daarvoor meerdere (binnengemeentelijke) gegevensbronnen nodig. Met andere woorden de informatiepositie van gemeenten moet verder worden versterkt. Dit wordt ook van gemeenten verwacht in het kader van de RIEC-samenwerking.  Gemeenten worden echter geconfronteerd met allerlei vraagstukken rondom privacy die het delen van informatie belemmeren. De regioburgemeesters willen dat het Rijk de ervaren knelpunten met voorrang oppakt.

Stel:

  1. Een pand wordt gebruikt voor andere doeleinden dan vermeldt in het bestemmingsplan.
  2. De persoon krijgt een PGB voor het verzorgen van de mensen in het betreffende pand.
  3. Er blijkt uit de BRP dat er maar één persoon op dat adres is ingeschreven.

Het is dan de combinatie van deze informatie die maakt dat je verder kan gaan kijken. Hiervoor is het nodig dat je deze informatie intern mag delen. Dit mag nu niet vanwege de doelbinding.

In zogenaamde scrumsessies zijn dit soort knelpunten nader uitgediept met de belangrijkste samenwerkende overheidspartijen (politie, OM, Autoriteit Persoonsgegevens, Belastingdienst, departementen, VNG, bureau regioburgemeesters, Rotterdam, Tilburg en de taskforce Zeeland-Brabant). Gezamenlijk is gezocht in de scrum naar mogelijke oplossingen.

Vervolgens hebben de portefeuillehouders van de Regioburgemeesters (burgemeester Noordanus en burgemeester De Jonge) een aantal malen met de minister van Veiligheid en Justitie gesproken over informatiedeling binnen de gemeentelijke organisatie, tussen politie en gemeente (ook met BOA’s) en over het gebruik van big data. Sommige zaken vragen om nadere regelgeving. De minister heeft aangegeven een ondermijningswet voor te bereiden zodat zijn opvolger een vliegende start kan maken met indiening van de wet die aspecten rondom informatiedeling oplost. Hij zal daarbij ook kijken naar andere mogelijke oplossingen zoals  verruiming van BOA domeinen zodat gemeentelijke toezichthouders gemakkelijker informatie met gemeentelijke afdelingen kunnen delen en het aanpassen van het besluit politiegegevens.

Sommige knelpunten blijken eenvoudiger op te lossen. Zo kan bijvoorbeeld PGB fraude worden aangepakt onder het RIEC convenant, mits dit als regionaal handhavingsknelpunt in de RIEC-convenanten wordt benoemd. Ook kan er met private partijen informatie gedeeld worden ten behoeve van de aanpak van spookbewoning, als de private partner daaraan meewerkt. Het kan echter niet verplicht worden en we zien ook dat private partijen nog wel eens weigeren. Daartoe wordt bekeken of dwingende gegevensverstrekking door een private partij ingesteld kan worden ten behoeve van partijen zonder vorderingsinstrument. Meer zicht krijgen op specifieke branches vanuit gemeenten kan nu onder het RIEC convenant op het moment dat er signalen zijn vanuit convenantpartners en er een zwaarwegend algemeen belang is.
In de ambtelijke scrumsessies zijn overigens ook nog andere knelpunten behandeld. Bijvoorbeeld knelpunten tussen private organisaties en gemeenten en knelpunten in het kader van de wet BIBOB. De voortgang op deze punten wordt besproken in het LOVP van september.

De komende periode zal veel aandacht uit gaan naar het realiseren van de benoemde oplossingsrichtingen. De eerste stappen zijn gezet, nu is het van belang om de vervolgtrajecten op de verschillende subthema’s gezamenlijk voortvarend op te pakken.