Beheer/Financiën

Beheer

De korpschef van de politie is verantwoordelijkheid voor het beheer van de politie. De korpschef is daarmee verantwoordelijk voor de organisatie en de instandhouding van het politieapparaat, concreet gaat het over zaken als het personeelsbeleid, het materieel en middelen en budgettering van de politie. Het is de taak van de korpschef om binnen de kaders die de minister van Justitie en Veiligheid als politiek eindverantwoordelijke stelt, beleid voor het beheer van de politie te ontwikkelen en uit te voeren

Beheer en gezag gaan nauw samen. Het gezag (de burgemeester en de officier van justitie) bepaalt wat de politie doet en het beheer moet zorgen dat de politie dit ook kan uitvoeren. Het uitgangspunt van de Politiewet is: beheer volgt gezag. Het beleid van de gezagsdragers - met inachtneming van de landelijke prioriteiten van de minister van Veiligheid en Justitie - is bepalend voor de verdeling van de middelen. Als de vraag (gezag) het aanbod (beheer) overtreft is het aan het gezag om keuzes te maken en prioriteiten te stellen. Om op landelijk niveau gezag en beheer bij elkaar te brengen is het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie ingesteld. Hier spreken de regioburgemeesters (als vertegenwoordigers van het gezag binnen hun gebied), de voorzitter van het College van procureurs-generaal en de minister van Veiligheid en Justitie, in aanwezigheid van de korpschef, periodiek over beheer en taakuitvoering. In het overleg spreken ze in ieder geval over de sterkteverdeling, het beheersplan, de begroting en de meerjarenraming. Het landelijke beleid op gebied van beheer wordt vastgelegd in het beheersplan. Het gaat daarbij om zaken als personeelsbeleid, huisvestingsbeleid, ICT etc. De financiële kant van het beheer wordt vastgelegd in de begroting en de meerjarenraming.

Toezicht beheer politie

In de beginperiode van de nationale politie bestond een Commissie van toezicht beheer Nationale politie. Deze commissie was samengesteld uit onafhankelijke experts en rapporteerde aan de minister van Veiligheid en Justitie en gaf zowel gevraagd als ongevraagd adviseren. Op 19 maart 2018 heeft de commissie haar eindverslag aan de minister gestuurd.

De commissie stuurde de volgende adviezen aan de minister:

Eindverslag – 19 maart 2018

Brief cie toezicht beheer inzake herijkingsdocumenten 2015 (pdf, 15 kB)

Brief cie toezicht beheer voorlopige bevindingen 2014 (pdf, 52 kB)

Sinds september 2017 is binnen de politie een auditcommissie ingesteld. De auditcommissie is vormgegeven naar analogie met de Regeling audit committees van het Rijk. De commissie toetst het stelsel en de werking van de governance, de interne control en het risicomanagement en brengt hierover advies uit aan de korpschef.

Financiën

De minister van Veiligheid en Justitie stelt jaarlijks de begroting en jaarrekening van de nationale politie vast. De begroting wordt tegelijkertijd met de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer gestuurd.

Voor de invoering van de Politiewet 2012 waren de financiën per korps belegd. Hierdoor ontstonden grote verschillen in financiële posities van de korpsen. Na invoering van de Politiewet 2012 wordt gewerkt met één budget voor de politie als geheel. Een belangrijk doel van de invoering van nationale politie was het realiseren van een hogere efficiency door het reduceren van overhead, efficiënter werken, efficiëntere inkoop, huisvesting e.d. Er werd een besparing op de bedrijfsvoering mogelijk geacht van €230 miljoen per jaar na 2015. 

Eind 2015 heeft de toenmalige minister van V&J opdracht gegeven om te onderzoeken of de politieorganisatie zoals deze nu is ingericht betaalbaar is. De centrale onderzoeksvraag daarbij is geweest of, met het op dat moment voorziene budget voor de materiële lasten, de vastgestelde voornemens ten aanzien van de sterkte, prestaties, dienstverlening, kwaliteit, personeel, huisvesting en ICT ook daadwerkelijk en in het voorziene tempo gerealiseerd kond worden. Het onderzoek is maart 2016 naar de Tweede Kamer gestuurd, samen met een uitgevoerd validatierapport. Uit het onderzoek bleek dat er een tekort was tussen baten en lasten bij de politie van 170 miljoen in 2016 oplopend naar 290 miljoen in 2020. Naar aanleiding van dit onderzoek heeft het Kabinet structureel extra middelen ten behoeve van de bedrijfsvoering toegekend aan de politie vanaf 2017. In het regeerakkoord van 2018 zijn daarnaast extra financiële middelen beschikbaar gesteld voor extra agenten voor de wijk, opsporing en voor innovatie.

Voorlichting Raad van State over democratische controle van de Kamer op de besteding van middelen van de politie (9 juli 2019)

Brief minister J&V aan Tweede Kamer over Middelen regeerakkoord politie en flexibiliseringsagenda

Brief rapportage inzicht in de omvang van het personele en materiële budget nationale politie 2016-2020 (pdf, 131 kB)

Rapportage inzicht in omvang personele en materiele budget nationale politie (pdf, 2.2 MB)

Second opinion bij het PWC-onderzoek - Andre de Jong (pdf, 2.2 MB)

Voorjaarsnota J&V 2019 – bezuinigingen politie

De minister van Justitie en Veiligheid liet in het LOVP van 24 juni jl. aan de regioburgemeesters weten dat de voorjaarsnota bezuinigingen bevat voor de Politie. In totaal omvat deze bezuiniging een bedrag van 144 miljoen euro incidenteel.

Brief van de Minister van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer over de Besteding middelen politie (24 juni 2019)

Reactie van de Regioburgemeesters aan de leden van de vaste Tweede Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid over de Besteding middelen politie (27 juni 2019)

Beheer

Financien