Ontwikkeling politiesterkte

De ontwikkeling en verdeling van de politiesterkte zijn van groot belang voor de kwaliteit en kwantiteit van de politiezorg in de gemeenten.

De minister van Justitie en Veiligheid bepaalt hoe de sterkte verdeeld wordt over de regio's. Het zijn vervolgens de burgemeesters die volgens de Politiewet 2012 samen met het openbaar ministerie bepalen hoe de sterkte binnen de regio wordt verdeeld en hoe de politie wordt ingezet. Om deze rol te kunnen spelen is betrokkenheid van de regioburgemeesters namens het gezag op de openbare orde op landelijk niveau belangrijk. Dit geldt bij zaken die zowel de kwaliteit als kwantiteit van het personeel beïnvloeden. De verdeling van de beschikbare regionale politiesterkte is, conform de Politiewet 2012 (art. 39.1), opgenomen in de regionale meerjaren beleidsplannen.

De formatie van de politie omvat alle functies en werkplekken op papier. De bezetting van de politie geeft inzicht op hoeveel van die functies en werkplekken er daadwerkelijk een politieagent aan het werk is, oftewel hoeveel functies er ‘bezet’ zijn. Dit geeft dus het realistische beeld over de beschikbare capaciteit van de politie. De bezetting kan in de praktijk zowel hoger als lager liggen dan de formatie. Indien de bezetting lager ligt in een politie-eenheid of -onderdeel, is er sprake van vacatures. Indien de bezetting hoger ligt, is er sprake van overbezetting. Er werken dan meer politieagenten dan is afgesproken voor dat onderdeel. Natuurlijke uitstroom of bijvoorbeeld interne doorstroom zal de bezetting dan in balans moeten brengen met de formatie.

In december 2018 informeerde de minister van JenV de Tweede Kamer over de formatie en bezetting van politie en het verschil tussen volledig opgeleide sterkte en aspiranten. 

Geactualiseerde prognose van de operationele bezetting voor 2020 en de jaren 2021 tot en met 2025

De vernieuwing van de basispolitieopleiding, de regeling vervroegd uittreden voor de sector politie en de coronacrisis zijn van invloed op de prognose met betrekking tot de operationele bezetting (het aantal operationele medewerkers) van de politie.

De minister stuurde op 30 juni 2020 de geactualiseerde prognose van de operationele bezetting voor 2020 en de jaren 2021 tot en met 2025 naar de Kamer. De geactualiseerde prognose laat zien dat dit jaar naar verwachting minder studenten zullen starten bij de Politieacademie, omdat besloten is om het startmoment in week 41 te laten vervallen. De huidige studenten zullen echter sneller afstuderen als gevolg van de omvorming van de lopende opleidingen naar de vernieuwde, kortere basispolitieopleiding. In 2021 kan daardoor een relatief groot aantal afgestudeerden aan de slag op een volwaardige operationele functie. Daarnaast zal de inzetbaarheid van studenten voor politiewerk gedurende de opleiding toenemen in het vernieuwde stelsel. Verder zal vanaf 2021 het aantal studenten dat start bij de Politieacademie toenemen.

De politie verwacht op dit moment dat de totale operationele bezetting in 2020 licht zal stijgen van 50.402 fte naar 50.454 fte. Op basis van de huidige prognose verwacht de politie dat de operationele bezetting de komende jaren zal groeien en voorziet de politie dat de operationele formatie (het aantal werkplekken) en bezetting (het aantal werkenden) in 2024 weer in balans zijn.

Kamerbrief Geactualiseerde prognose operationele bezetting (30 juni 2020)

Extra geld regeerakkoord: uitbreiding politie

De regering heeft extra geld vrijgemaakt om te investeren in de politie. In een brief aan de Kamer d.d. 15 juni 2018 informeert de minister de Kamer over de besteding van dit geld.

De politie wordt structureel uitgebreid met 1.111 fte volledig opgeleide operationele medewerkers. Er komen 769 fte extra agenten bij voor de wijk. Het gezag heeft op voorstel van de politiechef in elke eenheid invulling gegeven aan de vraag waar deze extra capaciteit en expertise het beste kan worden ingezet. Vanwege het besluit van enkele lokale gezagen om sterker in te zetten op lagere schalen in plaats van hogere schalen, valt de uiteindelijke uitbreiding van de sterkte hoger uit; namelijk 1.145 fte in plaats van 1.111 fte.

 

Eenheden Totale toevoeging volledig opgeleide medewerkers

Noord Nederland

85

Oost Nederland

250

Midden Nederland 

55

Noord Holland

68

Amsterdam

63

Den Haag*

91

Rotterdam

126

Zeeland West-Brabant

135

Oost Brabant

113

Limburg

31

Subtotaal

1017

Landelijke Eenheid

128
Totaal eenheden 1.145

 

De regioburgemeesters hebben in aanloop naar de kabinetsformatie samen met het openbaar ministerie aangegeven dat een uitbreiding van de politiesterkte van 4500 fte noodzakelijk is. (Zie ook de investeringsagenda). Het kabinet zet met deze uitbreiding van 1145 fte hiertoe een eerste stap. Wil de politie adequaat antwoord kunnen blijven geven op maatschappelijke fenomenen als ondermijning, cybercrime maar ook bijvoorbeeld op de maatschappelijke vraagstukken die ontstaan door de toename van personen met verward gedrag in het publieke domein, dan zal zowel kwantitatief en kwalitatief nog een belangrijke slag gemaakt moeten worden. Dit geldt zowel voor de wijkgebonden politiezorg, als de opsporing als de intelligence-organisatie.

De minister heeft de Kamer op 4 juli 2019 geinformeerd over bovenstaande invulling. In zijn brief gaat hij ook in op het meetellen van aspiranten in de operationele sterkte van politie. 

Meer informatie