Politie onder VenJ of BZK

Tot 2010 was de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties stelselverantwoordelijk voor de politie en het ministerie van Justitie voor het Openbaar Ministerie. Het kabinet-Rutte I (VVD, CDA, met gedoogsteun van PVV) bracht de politie onder bij de minister van Justitie en veranderde de naam in Veiligheid en Justitie. Niet alleen de politie is van Binnenlandse Zaken naar Justitie gegaan. Ook vreemdelingenzaken, crisisbestrijding en de brandweer kwamen erbij.

Op dit moment klinken er diverse geluiden in de Eerste en Tweede Kamer over deze indeling. VVD, PVV en CDA vinden nog steeds dat het zo moet blijven: opsporen, vervolgen en straffen onder één minister. Zij zijn van mening dat dit de samenwerking tussen politie en het openbaar ministerie versterkt en dat het waardevol is om de veiligheidsketen in één hand te houden.

Voorstanders van een splitsing willen dat de politie na de volgende verkiezingen weer teruggaat naar Binnenlandse Zaken. PvdA, SP, ChristenUnie, D66 en GroenLinks roepen hiertoe op. De vroegere checks and balances tussen Binnenlandse Zaken en Justitie zouden volgens hen nu ontbreken. De politie moet twee dingen doen: strafrechtelijke feiten vervolgen, onder leiding van het OM, en de openbare orde en veiligheid bewaken, onder gezag van de burgemeester. Zij vinden dat de openbare orde en veiligheid nu te weinig aandacht krijgt.

In oktober vorig jaar riep de Eerste Kamer de minister van Veiligheid en Justitie in een motie (pdf, 36 kB) op om het beheer van de politie naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties terug te brengen. De minister beloofde de voor- en nadelen van een verhuizing op een rij te zetten. In een brief (pdf, 200 kB) die hij aan de Eerste Kamer stuurde gaat hij in op de reden om destijds tot een aantal departementale herindelingen te komen, waaronder die van Veiligheid en Justitie. Daaropvolgend gaat hij in op de effecten die verschillende keuzes kunnen hebben.

Naast de mogelijkheden de politie onder Veiligheid en Justitie te behouden of het verhuizen van de politie naar Binnenlandse zaken, zijn er meerdere antwoorden mogelijk op verschillende dillema’s, aldus de secretaris-generaal van VenJ: “ook kan het nieuwe kabinet er bijvoorbeeld voor kiezen op één ministerie twee ministers aan te stellen: een minister van Politie en Migratie en een minister van Justitie. Want het dilemma om ‘veiligheid’ en ‘justitie’ allebei weer een even grote stem te geven in het kabinet zie ik ook wel, dat wordt niet ontkend.”

De discussie is nog niet beslecht. In de aanloop naar de verkiezingen in 2017 zal hier nog veel over gesproken worden.

Checks and balances - Stichting Maatschappij en Veiligheid

De Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV) maakt zich zorgen over de huidige ontwikkelingen. Zij schrijft: “De politie heeft van oudsher twee taken: handhaven van de openbare orde en hulpverlening (met de burgemeester als gezagsdrager) en de opsporing (met de officier van justitie als gezagsdrager). Sinds de invoering van de Nationale Politie is het beheer over de gehele politie in handen van de korpschef, die verantwoording verschuldigd is aan de minister van Veiligheid en Justitie. Het monopolie over de politie ligt dus bij Veiligheid en Justitie. Met als risico dat de opsporingstaak van de politie gaat prevaleren boven de openbare orde taak”.

De SMV gelooft in ‘politie van wijk tot wereld’ en is van mening dat de beide politietaken onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Zij geeft aan in de praktijk te zien dat vele lokale politietaken op het terrein van handhaven van de openbare orde noodgedwongen worden overgenomen door een bonte verzameling van BOA’s, stadswachten, particuliere beveiligers, die veelal van een ander niveau zijn dan de politie. De SMV pleit voor een terugkeer naar een systeem van checks and balances. Een systeem waarbij beide ministeries – Veiligheid en Justitie én Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties – zorgen voor evenwicht tussen de beide politietaken.

De SMV schreef hierover de notitie: ‘Herstel van checks and balances bij de politie’ (pdf, 111 kB)

Tevens heeft zij dr. Lex Cachet van de Erasmus Universiteit Rotterdam gevraagd naar zijn visie hierover. Hij schreef hierover de notitie: ‘Einde van de eenheid?’ (pdf, 117 kB)

Lex Cachet pleit voor meer evenwicht binnen het nationale bestel tussen bestuurlijk en justitiële politietaken, tussen nationaal en lokaal en tussen V&J en BZK. Aanpassingen van het bestel en de Politiewet zijn volgens hem hard nodig omdat de wet onbedoelde perverse effecten dreigt te krijgen: een Nationale politie gericht op de meer repressieve, justitiële taken die steeds minder beschikbaar zal zijn voor uitvoering van taken op lokaal niveau. Hij stelt dat de Nationale politie niet het exclusieve bezit van Veiligheid & Justitie mag worden. Het Ministerie van BZK dient medezeggenschap over zowel het beheer als de vaststelling van landelijke prioriteiten te claimen. Lokale besturen, burgemeesters voorop, dienen meer greep op de toedeling en inzet van politiecapaciteit te claimen en te krijgen.

Bron: maatschappijenveiligheid

Meer informatie

Motie eerste kamer en reactie van VenJ