Kamerbrief over toezicht op de politieorganisatie

10 december 2018

De minister van Justitie en Veiligheid informeert de Tweede Kamer over de nieuwe inrichting van het toezicht op de politie en de verdere ontwikkeling in komende jaren. De publicatie 'Toezicht op en waarborgen voor de politieorganisatie' stuurt hij mee met de brief. In de bijlage gaat de minister in op het toezicht op de politie, zijn rol als minister en de rol van onafhankelijke toezichthouders.

De minister schrijft dat het sinds de herijking het doel is om de politie nadrukkelijker zelf verantwoordelijk te maken waarbij een kritische en lerende houding essentieel zijn. Het stelsel van interne control en toezicht is hiertoe aangevuld en uitgebreid om te borgen dat die verantwoordelijkheid goed kan worden ingevuld. De minister gaat in op de auditcommissie politie, die in 2017 is opgericht. Deze houdt toezicht gericht op de werking van het stelsel van intern toezicht en het functioneren van elke laag daarbinnen. De auditcommissie adviseert in die rol de korpschef over het auditjaarplan en de focus in het risicomanagement.

De politie werkt altijd in ondergeschiktheid aan het gezag. Het gezag prioriteert niet alleen waar de politie-inzet plaatsvindt maar is ook direct verantwoordelijk voor het optreden van de politie. Verantwoording van de politie over de taakuitvoering vindt dus plaats aan het gezag. De minister schrijft dat op deze wijze het gezag ook onderdeel uitmaakt van het systeem van toezicht en waarborgen op de politie.

De minister is volledig politiek verantwoordelijk voor het beheer van de politie, dat door de
korpschef wordt uitgevoerd. Hij wordt daarin gecontroleerd door de Kamer. In de brief schrijft de minister dat er voor de uitvoering een aparte afdeling bij J&V wordt ingericht, die een toezichthoudende rol vervult (Toezicht en Bestuurlijke Informatie, TBI). Deze afdeling zoekt ook aansluiting met toezichthouders en met het interne toezicht van de politie. Binnen deze afdeling wordt primair gekeken naar de continuïteit en toekomstbestendigheid van de politie, de doelmatigheid van de taakuitvoering, de rechtmatigheid van het handelen van de politie en het functioneren van het politiebestel waaronder de inrichting van de politieorganisatie.

Op rijksniveau is er een aantal spelers in het systeem van toezicht en waarborgen die vanuit hun eigen onafhankelijke positie ook toezicht houden op de politie. Zoals de Algemene Rekenkamer (AR), de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ISZW), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILenT), de Nationale Ombudsman (NO), de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). De Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) voert op grond van de Politiewet 2012 het externe toezicht uit op het politieonderwijs, op de kwaliteitszorg van de politie en op de taakuitvoering (onverminderd het gezag van de burgemeester en de officier van justitie). Sinds dit jaar valt de politie ook onder het Bureau ICT-toetsing (BIT). Het BIT is gericht op nieuwe projecten met een ICT-component van meer dan 5 miljoen euro. In zijn brief licht de minister deze spelers toe. 

Bron: Rijksoverheid