“Boa en politie, niet naast elkaar maar met elkaar”

12 december 2018

De politie heeft een verkennende notitie geschreven over de samenwerking tussen de politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa) op het terrein van de handhaving. Met deze notitie wil de politie een helder standpunt innemen in het maatschappelijke debat over de toekomst van de relatie tussen politie en overige handhaving en toezicht.

De politie stelt dat de Boa een belangrijke samenwerkingspartner is. Overtredingen die overlast veroorzaken en leiden tot kleine ergernissen, vallen onder de noemer leefbaarheid en zijn het typische werkterrein van de Boa. De politie is, mede gezien de gevaarzetting, primair aan zet wanneer het gaat om het handhaven van de openbare orde en de veiligheid. In de praktijk is er discussie over de betekenis van dit onderscheid. De politie is en blijft ook aanspreekbaar op handhaving van leefbaarheidsvraagstukken en de kleine norm. Lokale driehoeken stellen het handhavingsbeleid vast. Er wordt ingezet om de samenwerking tussen politie en boa’s te verbeteren. De politie dient te zorgen voor goede back-up afspraken voor het geval een Boa onverhoopt en onbedoeld in een risicovolle situatie belandt. Verder komen er heldere afspraken over wat mogelijk is in informatiedeling in gemeenschappelijk briefings en in de samenwerking. Hetzelfde geldt ook voor de toegang tot politielocaties en politiesystemen.

De minister van JenV informeert de Tweede Kamer in een brief over de taken en bevoegdheden van de verschillende buitengewoon opsporingsambtenaren en de gevolgen voor de rol van de politie op lokaal niveau. Hij benadrukt dat gebiedsgebonden politiewerk een verworvenheid is van het politiewerk in Nederland. De politie is en blijft in de wijk en blijft aanspreekbaar op het handhaven van de kleine norm. In elke driehoek wordt het handhavingsbeleid vastgesteld, waarna de politie dat in overleg en in samenspel met talloze partners uitvoert.

De minister stelt zich op het standpunt dat het stelsel van toedeling van geweldsbevoegdheden ongewijzigd blijft. Het geweldsmonopolie blijft bij de politie. De lokale driehoek heeft bij het verstrekken van (extra) geweldsmiddelen uitsluitend een informele adviserende rol. De minister schrijft dat hij heeft besloten om de bevoegdheden van Boa’s ten aanzien van verkeershandhaving met een aantal feiten uit te breiden. Gesprekken over het uitbreiden van taken op de domeinen milieu en openbaar vervoer lopen nog tussen onder andere minister en VNG. Uitbreiding zou gevolgen hebben voor de opleiding en examinering van de Boa. De politie heeft de wens geuit het leefbaarheidscriterium nader te beschouwen. Zij is van mening dat kleine verkeersdelicten eveneens de leefbaarheid aantasten en dus binnen dit criterium kunnen worden gebracht. Politie stelt dat de begrenzing van de inzet van Boa’s kan worden gezocht in de principiële benadering rond het geweldsmonopolie. De minister verkent beide vraagstukken op korte termijn en spreekt hierover met de regioburgemeesters in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie.

Bron: Rijksoverheid