Slachtofferschap van online criminaliteit
11 februari 2019
Over de behoeften van slachtoffers van online criminaliteit is nog maar weinig bekend. De Minister voor Rechtsbescherming heeft daarom het WODC gevraagd een eerste verkennend onderzoek te doen naar de impact op slachtoffers van online delicten, de behoeften van slachtoffers, en de verantwoordelijkheden van politie, justitie en andere instanties bij de afhandeling van dergelijke delicten.
Het Nederlands Studiecentrum Criminaliteitspreventie en Rechtshandhaving (NSCR) heeft op verzoek van het WODC dit onderzoek verricht.
Het onderzoek richt zich op zowel slachtoffers van cybercrimes (hacken, ransomware), financieel gemotiveerde gedigitaliseerde criminaliteit (phishing, dating fraude), interpersoonlijke gedigitaliseerde criminaliteit (cyberstalking) en online gedigitaliseerde criminaliteit in de zedensfeer (het zonder medeweten of toestemming online delen van seksueel beeldmateriaal).
Uit het onderzoek blijkt dat er weinig verschil is in impact voor slachtoffers tussen traditionele of online delicten. Wel blijkt dat de impact vergroot kan worden door de enorme schaalgrootte van het delict en is met een online delict een grotere hoeveelheid slachtoffers van cybercrime te maken. De behoeften van slachtoffers van een delict in de offline en online omgeving zijn dezelfde: stop het slachtofferschap, boete en vergelding, voorkom nieuwe slachtoffers.
De Minister heeft een vervolgonderzoek aangekondigd over de oorzaken en gevolgen van online slachtofferschap. Het WODC presenteert dit onderzoek naar alle waarschijnlijkheid aan het eind van dit jaar.