Brief aan de Tweede Kamer over de gevolgen van de voorjaarsnota voor de politie
4 juli 2019
De minister van Justitie en Veiligheid liet in het LOVP van 24 juni jl. aan de regioburgemeesters weten dat de voorjaarsnota bezuinigingen bevat voor de Politie. In totaal omvat deze bezuiniging een bedrag van 144 miljoen euro incidenteel.
De ingecalculeerde prijsbijstelling valt voor zes jaar weg, dat is een incidentele bezuiniging van 111 miljoen euro. Deze bezuiniging wordt voor 48 miljoen gedekt door uitstel van de komst van de vrijgestelde hulpofficieren tot 2025. De opbouw naar de volledige 135 fte was eerder overeengekomen in het bestedingsplan van de gelden uit het regeerakkoord.
Daarnaast wordt er nog 33 miljoen over drie jaar geschrapt. Dekking vindt het ministerie in het afromen van niet tot besteding gebrachte bijzondere bijdragen, zoals voor die van de DSI.
De rest van deze bezuiniging moet door de korpschef in materieel budget worden gezocht.
De regioburgemeesters uitten in het LOVP hun teleurstelling. Alles bij elkaar is het een incidenteel bedrag van 144 miljoen en dat is toch aanzienlijk te noemen. Dit lijkt niet te rijmen met de ambities van het kabinet om te investeren in de politie. Naar aanleiding van de gevolgen van de voorjaarsnota voor de politie stuurden de regioburgemeesters donderdag 27 juni een brief aan de vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid. Deze brief kwam die dag ook aan de orde in het AO Politieonderwijs én in het wetgevingsoverleg over de Jaarrekening en de Slotwet 2018.
Kamerleden waren kritisch op het bezuinigen bij politie. Woensdag 3 juli debatteert de Tweede Kamer over de voorjaarsnota.