Beleidsreactie minister voorlichting Raad van State over democratische controle
20 november 2019
Afgelopen vrijdag 15 november zond de minister aan de Kamer zijn reactie met betrekking tot het advies van de Raad van State over de democratische controle van de Tweede Kamer op de besteding van de middelen van politie.
De minister onderschrijft de voorlichting van de Raad dat de Kamer in moties en amendementen voldoende instrumenten heeft om haar democratische controle uit te voeren. Hij opteert niet voor het opsplitsen van de begroting in aparte artikelen. Hij benadrukt dat de Raad daarbij ook wijst op negatieve consequenties voor het streven naar meer flexibiliteit. Wel schrijft de minister dat hij voornemens is om op een specifieker niveau informatie uit de ontwerppolitiebegroting over te nemen en dat nagedacht wordt hoe hier zinvol invulling aan kan worden gegeven. Hij benadrukt dat hij het daarnaast van belang acht dat het gesprek in toenemende mate gaat over het realiseren van effecten. In een hypothetisch voorbeeld in de brief stelt hij zich voor dat de wijze waarop effecten moeten worden bereikt en welke consequenties dit heeft voor de begroting en taakuitvoering over te laten aan de korpschef.
De minister noemt tevens het nog te starten traject aanpassing Politiewet 2012 naar aanleiding van de aanbevelingen Kuijken. Waarbij voorgesteld zal worden de korpschef het ontwerp van de begroting op te laten stellen, zodat hij meer ruimte voor flexibiliteit en maatwerk binnen landelijke kaders in de beheerstukken kan aanbrengen. Ook verwijst hij naar de lopende ontwikkeling dat de begroting en het beheerplan van de politie steeds informatiever worden waardoor het parlement betere informatie ontvangt over het beheer van de politie.
Voor de volledigheid is hieronder de beleidsreactie bijgevoegd: