’Ik heb haast, want de criminelen wachten niet op ons’
19 april 2022
‘De georganiseerde ondermijnende criminaliteit is een veelkoppig monster dat de samenleving vergiftigt’, zegt Annemieke van Dam, directeur-generaal van het programma DGO (Directoraat-Generaal Ondermijning). Het programma is voor de duur van deze kabinetsperiode verlengd om de brede gezamenlijke aanpak verder aan te jagen en vorm te geven. Het tijdelijke karakter helpt Van Dam om, waar nodig, door de bureaucratie heen te breken.Interview Annemieke van Dam, DG Ondermijning
“Het intimideert en corrumpeert mensen en dat begint al bij onze jeugd”, zegt Annemieke van Dam aan het begin van het gesprek over de georganiseerde ondermijnende criminaliteit in Nederland. “Burgemeesters hebben te maken met bedreigingen, boeren worden onder druk gezet om hun schuren als drugslabs beschikbaar te stellen, havenmedewerkers en douaniers worden gedwongen even een pasje af te staan; het speelt op allerlei fronten en ondermijnt de rechtstatelijke waarden en de veiligheid van Nederland. Dat moeten we beheersbaar krijgen met een aanpak die breed is, een lange adem heeft en gekenmerkt wordt door gezamenlijkheid. Je moet kneitergoede repressie hebben en tegelijkertijd de preventie op orde hebben. Daarnaast moeten we het verdienmodel van de georganiseerde drugscriminaliteit verstoren. Er is zoveel werk te doen, we hebben te maken met een veelkoppig monster. Vanuit het DGO leggen we daarom de focus op het in werking krijgen van een krachtig, effectief verbonden netwerk dat die opgave aankan.”
Wat is het belangrijkste voor zo’n netwerk om effectief te zijn?
“Het is sowieso van belang dat je van elkaars bestaan afweet. Wat ik anderhalf jaar geleden aantrof, was dat niet elke partij weet had van diverse andere relevante partijen. Wij brengen veel partijen samen, ook degenen die je niet direct kent, zoals private partijen die een belangrijke factor vormen bij allianties rondom mainports. We kijken steeds of de goede partijen aan tafel zitten, of het proces transparant is, of iedereen elkaar weet te vinden en of gestuurd wordt op de goede resultaten. Maar daarnaast zal je ook verder in de keten moeten kijken en dan kom je bijvoorbeeld bij Transport en Logistiek Nederland uit. Die heb je ook nodig in die gezamenlijke inspanning om de aanvoer van cocaïne naar de steden terug te dringen. Als we samen een netwerk vormen, kunnen we elkaar benutten en van elkaar leren. En het allerbelangrijkste: gezamenlijk concrete resultaten boeken.”
Is het lastig om overeenstemming te vinden in wat er moet gebeuren?
“Dat vind ik nog het makkelijkste, want iedereen die ik spreek, maakt zich ernstige zorgen. Iedereen die hier professioneel mee verbonden is, ziet wat het doet met de jeugd in de wijken, met de ouders of met kwetsbare boeren en ondernemers. Al die professionals willen dit beter hebben. De kunst is alleen om toch binnen veelkoppige problematiek focus aan te brengen.”
Hoe zorgen we met elkaar voor die focus?
“Daar is het Strategische Beraad Ondermijning (SBO) voor. Daar komen de partijen aan tafel die het verschil kunnen maken in deze aanpak en ook de verantwoordelijkheid durven en willen nemen om die aanpak richting te geven. Dat is heel ingewikkeld en dat vraagt ook moedige keuzes.”
DGO is een tijdelijk programma. Helpt dat?
“Ja, omdat ik daardoor ook makkelijker door de bureaucratie hier heen kan breken. Ik heb haast, want het vraagstuk heeft haast. Die criminelen wachten niet op ons, die weten altijd de gaten en kieren tussen de organisaties in te vinden. Daarom moeten we het echt samen doen én samen tempo maken.”
In het coalitieakkoord staan veel plannen voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Staan er zaken in waarover u in het bijzonder verheugd bent?
“Twee dingen. Ten eerste staat er in het coalitieakkoord: voer het Pact voor de Rechtstaat uit. Het is prachtig dat we dat nu eindelijk kunnen doen, dat incidenteel geld voor de regio’s structureel is geworden en dat de RIEC's versterkt worden. Dat hebben we overigens echt te danken aan het SBO, dat onder leiding van Peter Noordanus met alle partners dat Pact voor de Rechtstaat heeft geschreven. Daarmee is het vraagstuk stevig op de kaart gezet en zijn de contouren van een duurzame aanpak geschetst. Daardoor heeft het kabinet er structureel geld aan verbonden. Het tweede is de internationale focus van het kabinet. We kunnen hier in Nederland werken aan repressie, preventie en het verstoren van het verdienmodel, maar je moet ergens anders in de wereld de kraan dicht draaien. Je moet voorkomen dat hier überhaupt cocaïne de haven in komt. In dat licht is het ook goed dat burgemeester Aboutaleb naar Colombia is gegaan met zijn Antwerpse collega De Wever. Daarnaast gaan we coalities maken binnen Europa om de mainports over de hele linie weerbaarder te maken.”
Hoe ziet u de verdere ontwikkeling van het SBO?
“Het is bij uitstek het platform om organisatie overstijgend en opgave overstijgend te werken. Zo kunnen we gezamenlijk de aanpak focus geven en strategische programmering opstellen voor de komende jaren. Voor mij is het ook het gremium waarin je elkaar aanspreekt en zegt: als ik mijn rol goed moet kunnen spelen, dan heb ik dit en dat van jouw organisatie nodig, hoe ga je ervoor zorgen dat we dat krijgen? De vrijblijvendheid is voorbij. De georganiseerde criminaliteit noopt ons tegelijkertijd om grenzelozer samen te werken en te denken vanuit de opgave en niet vanuit onze organisatiestructuren. Toen ik startte als DG Ondermijning stelden we daarom drie waarden centraal: vertrouwen, transparantie en samen. We zitten in de fase waarin we de gelden naar de goede plekken moeten krijgen. Als we het verschil moeten maken, is het van belang dat iedereen inziet dat het geld op de goede plek krijgen, ook kan betekenen dat het niet naar jouw plek, gemeente of organisatie gaat. Daar is vertrouwen voor nodig.”
Hoe verhoudt het SBO zich tot de nieuwe Ministeriële Commissie Aanpak Ondermijning die in april is ingesteld?
“Het SBO is het strategisch platform om minister en kabinet te adviseren over de aanpak en het organiseren van de executiekracht. De nieuwe commissie is in het leven geroepen om de kabinetsbrede verantwoordelijkheid voor de aanpak van ondermijning vorm te geven, zodat ook duidelijk wordt wat ieder departement gaat bijdragen. In het ambtelijk voorportaal wordt verbinding gemaakt met de lokale vertegenwoordigers, wat a-typisch voorkomt, maar logisch is vanuit de maatschappelijke opgave. De lokale geluiden moeten hier echt aan tafel doorklinken. We willen allemaal dat Nederland weerbaarder wordt tegen de georganiseerde criminaliteit. En daar spelen het SBO en de nieuwe commissie een belangrijke rol in, ieder vanuit haar verantwoordelijkheid.”
Heeft u in de afgelopen periode verrassende inzichten opgedaan?
“Wat mij bezighoudt, is het verschil in de bezorgdheid en verontwaardiging die leeft bij de professionals en bij de mensen in de samenleving. Mensen die niet beroepsmatig hiermee bezig zijn, kunnen enorm schrikken van wat er met Peter R. de Vries en Derk Wiersum is gebeurd. Maar dat ebt ook weer relatief snel weg. In de samenleving zie ik niet de bezorgdheid, verontwaardiging en het gevoel van urgentie die je, gezien de aard en omvang van ondermijnende criminaliteit, zou wensen. Hoe krijgen we die maatschappelijke verontwaardiging constanter in de samenleving? Dat vind ik nog wel een puzzel. Ik hoop dan ook dat dit onderwerp een belangrijke plek krijgt in de nieuwe collegeprogramma’s.”