Korte terugkoppeling LOVP 19 december 2022

22 december 2022

In het LOVP van 19 december jl. is onder meer gesproken over bewaken en beveiligen, de sterkteverdelingssystematiek, de handreiking 2% bandbreedte, demonstraties, de NSOC (Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit), de landelijke eenheid, de Mobiele Eenheid (bewapening, paraatheid en internationale bijstand) en de start van een traject om te komen tot een nieuwe visie op de politiefunctie. Het was het eerste overleg van de twee nieuwe vertegenwoordigers van 100.000- gemeenten: burgemeester Annette Bronsvoort (Oost Gelre) en burgemeester Bas van den Tillaar (Vlissingen).

Bewaken en beveiligen

Ingezoomd werd op het feit dat er met het extra geld uit de Voorjaarsnota een nieuwe unit binnen de politie kan worden ingericht die specifiek de taak bewaken en beveiligen krijgt. Daarmee kan de inzet van de bewakingseenheden die nu vanuit de basisteams continu bijstand verlenen voorzichtig worden afgebouwd vanaf 2024. De inrichting kost nog enige tijd en realisme is op zijn plaats. Niet de volledige capaciteit zal terugvloeien naar de basisteams, omdat ook deze aparte beveiligingsunit gevuld moet worden met agenten. Daarnaast zien we de vraag naar beveiliging nog steeds toenemen. In het eerste kwartaal 2023 wordt het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid verwacht op dit onderwerp en afgesproken is het thema dan in de volle breedte opnieuw te agenderen. 

Handreiking 2% bandbreedte

Vanaf 1 januari 2023 is de regelgeving gereed waardoor in de eenheden 2% marge ontstaat om het geld van niet bezette operationele formatie in te zetten voor andere zaken dan personeel. Dat kan alleen wanneer er sprake is van onderbezetting. Omdat er tegelijkertijd sprake is van overbezetting in totaliteit, knelt dit wel op de begroting. De Korpschef zoekt naar ruimte om hier toch mee aan de slag te kunnen gaan. Begin volgend jaar komen de spelregels hieromtrent in het LOVP ter sprake.

Sterkteverdelingssystematiek

De minister heeft aangegeven aan de slag te gaan met het herijken van de sterkteverdelingssystematiek. Eerder schreven de (regio)burgemeesters en het OM daar gezamenlijk als gezagen een brief over richting de minister. Men is blij dat de minister deze handschoen oppakt. Men is zich bewust dat het een ingewikkeld proces is. Verzocht is nog deze kabinetsperiode met een nieuwe systematiek te komen, zodat dit inhoudelijk besproken kan worden. De invoering daarvan kan vervolgens zorgvuldig gebeuren, omdat de afspraak overeind blijft dat men eerst alle aspiranten uit de operationele sterkte wil halen. Daar is tijd (en vooral ook extra budget) voor nodig.

Demonstraties

De (regio)burgemeesters hebben opgeroepen het lokaal gezag te blijven respecteren in haar keuzes ten aanzien van openbare orde handhaving. Allerlei oproepen vanuit verschillende landelijke partijen over lokale aanpakken zijn niet behulpzaam. De minister heeft aangekondigd dat in het Strategisch Beraad Veiligheid op 13 februari a.s. over demonstratierecht wordt gesproken. De politie gaf aan dat de inzet op demonstraties fors is en zij verwacht dat dit in 2023 niet anders is. Daarbij staat het faciliteren van demonstraties centraal, waarbij de politie benadrukt dat zij neutraal opereert. De politie ziet ook dat zij vaker moet begrenzen vanuit openbare orde perspectief. De capaciteit kan maar een keer worden ingezet, dus de forse toename van demonstraties trekt een wissel op andere werkzaamheden van de politie.

Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit

De directeur van NSOC (Joost van Slobbe) hield een presentatie waarbij hij inging op de opdracht van NSOC en de verbinding met bestaande partijen die actief zijn in de aanpak van ondermijnende criminaliteit. De eerste stappen in de samenwerking met de RIECs en het LIEC zijn gezet. Met name daar liggen ook de zorgen van de (regio)burgemeesters. Het verschil tussen het eerdere MIT en NSOC is dat het nu echt om samenwerking tussen de verschillende landelijke operationele partijen draait. Een belangrijke juridische uitdaging ligt nog in de informatie-uitwisseling tussen deze diensten. De komende tijd zal echt voelbaar moeten worden hoe de samenwerking met alle partijen (ook lokaal/regionaal) tot stand komt en hoe dit doorwerkt in de aanpak. Afgesproken is om komend halfjaar op deze verbinding met de lokale en regionale aanpak terug te komen en weer een update te krijgen van waar het NSOC staat. Ook een vraag over de governance en gelaagdheid van de organisatie rond NSOC wordt daarbij betrokken.

Landelijke Eenheid 

Over de landelijke eenheid is de afgelopen tijd veel gedebatteerd, vorige week weer in de Tweede Kamer. De (regio)burgemeesters hebben het belang benadrukt om snel van start te gaan met de daadwerkelijke transitie. In het LOVP hebben de (regio)burgemeesters met name ingezoomd op drie vraagstukken:

  • Hoe gaat de samenwerking tussen de landelijke eenheden en de regionale eenheden goed vorm krijgen? Afgesproken is dit een jaar nadat de splitsing een feit is opnieuw te agenderen. Dan kan de operationele samenwerking echt bezien worden. 
  • Hoe gaat de rol van de gezagen in de governance van de twee eenheden vorm krijgen? Afgesproken is daar in 2023 verder over door te spreken om dit goed vorm te geven. De komende maanden wordt vanuit politie ook het overleg met het gezag gezocht hierover. 
  • Zijn er nog financiële risico’s voor de politie zelf? Op dit punt is aangeven dat het nodige geld is vrijgemaakt voor de eerste stappen in de transitie en dat deze in behapbare brokken moet worden uitgevoerd. Dat zal de kans van slagen aanzienlijk doen toenemen. Vanaf 2025 wordt bezien of aanvullende dekking überhaupt nog nodig is vanuit politie en daarbij gaat het over een relatief gering bedrag op de gehele politiebegroting. 

Mobiele Eenheid

Over het rapport rond eventuele extra bewapening wordt de lijn uit het rapport gevolgd hiertoe niet over te gaan. Op dit moment is onhelder of extra bewapening echt van toegevoegde waarde zou zijn. De politie maakt eerst werk van alle aanbevelingen die het rapport heeft opgeleverd en komt tot een paraatheidsprogramma. De (regio)burgemeesters hebben aangegeven graag in gesprek te gaan over het paraatheidsprogramma om eventuele vraagstukken rond het gezag tijdig met elkaar te kunnen bespreken. Verder is kort van gedachten gewisseld over de inzet van waterwerpers en is aangegeven dat de politie zal onderzoeken wat er nodig is om de afspraken rond bijstand van de ME uit omringende landen verder vorm te kunnen geven. Daadwerkelijke inzet daarvan vanuit het buitenland wordt altijd eerst aan het gezag voorgelegd, zodat een burgemeester daarin ook een eigenstandige afweging kan maken ten behoeve van de wenselijkheid. 

Visie op de politiefunctie

De minister gaf aan te starten met een omvangrijk traject om te komen tot een hernieuwde visie op de politiefunctie. Enerzijds gaat dit over de brede politiefunctie (wat is daarvan de rol in de rechtsstaat), anderzijds gaat het over de inrichting van politietaken (voortvloeiend uit het voorgaande). Dit was de aankondiging van het traject, waarbij ook maatschappelijke partners, de gezagen en andere betrokkenen een rol krijgen. Afgesproken is dat dit traject met regelmaat in het LOVP aan bod komt. Daarnaast wordt een aparte strategische sessie georganiseerd met de leden van het LOVP over dit onderwerp. Tot slot sluit een afvaardiging van de (regio)burgemeesters aan in het traject.

Tot slot is vanuit het OM verzocht om een volgende keer te spreken over de huidige capaciteit en kwaliteit van de opsporing binnen met name de basisteams. Dit gelet op de invoering van het nieuwe en verkorte basis politieonderwijs met een gewijzigde invulling op de opsporing.