Manifest Lokaal Gezag: de burgemeester in positie

10 oktober 2024

Burgemeesters signaleren dat zij onvoldoende invulling kunnen geven aan hun gezagsrol en de sturing op de politie. Dat capaciteit structureel wordt weggetrokken uit de basisteams voor landelijk taken, zonder dat zij hier invloed op kunnen uitoefenen. Dat de (landelijke) politiek steeds meer inbreuk maakt op de autonome rol die het bestuurlijk gezag heeft. Dat de dagelijkse operatie en de bedrijfsvoering steeds meer leidend zijn in wat de politie doet. En dat dit alles de lokale prioriteiten, veiligheidsaanpak en verbinding met de samenleving onder druk zet.

Naar aanleiding van deze bestuurlijke signalen vanuit de regionale eenheden, maar ook verschillende wetenschappelijke publicaties en gesprekken in het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie (LOVP), hebben de regioburgemeesters de ervaringen en bevindingen van het gezag over de openbare orde en veiligheid ten aanzien van het politiebestel gebundeld. In het Manifest Lokaal Gezag 2024 schetsen zij 9 knelpunten waaruit blijkt dat de samenwerking en aansturing van de politie binnen het bestel niet meer ingevuld wordt zoals afgesproken. De inhoud van het manifest wordt gedragen door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters.

Het manifest is in juli aangeboden aan de minister van Justitie en Veiligheid. In september is er met de minister van JenV, de korpschef en de voorzitter van het College procureurs-generaal in het LOVP over gesproken. Dit was een constructief gesprek, waarin de minister de uitgangspunten ‘beheer volgt gezag’ en ‘lokaal gezag verankerd’ heeft herbevestigd. We zetten dit gesprek voort, met als doel te komen tot een bestendige verbetering van de (samen)werking binnen het bestel. Wij zien dat het volgende in ieder geval geregeld moet worden:

  1. Geld dat naar de politie gaat, moet zoveel mogelijk zonder labels beschikbaar worden gesteld aan de politie. Dat geeft de ruimte aan de gezagen om samen met de politie te bezien waar het geld optimaal kan landen. Daarnaast is het nodig om de administratieve (verantwoording) lasten bij de politie laag te houden. Zo is het politiebestel ook bedoeld.
  2. De gezagen moeten meer betrokken worden bij de te maken keuzes in de begroting van de politie. Dat betekent dat daar vaker en diepgaander over gesproken moet worden in bijvoorbeeld het LOVP. Alleen dan kunnen beheer en taakuitvoering bij elkaar worden gebracht, zoals bedoeld in de wet.
  3. Voor het verlenen van bijstand geldt nu dat wanneer vanuit een taak die onder landelijk gezag valt (bewaken en beveiligen en asiel bijvoorbeeld) de minister zowel de vrager van bijstand is als degene die dat toekent. Het lokale gezag (waar de capaciteit uit de basisteams vandaan wordt gehaald) is daar nu op geen enkele manier bij betrokken. De wet dient op dit punt aangepast te worden, zodat het lokaal gezag altijd instemming moet geven op de bijstandsaanvraag. Zodoende worden keuzes afgewogen met de opdracht die er is voor de lokale veiligheid en samenleving.

Ook in verschillende regio’s is het gezamenlijke gesprek naar aanleiding van het manifest gestart. De basis van het bestel en de aansturing van de politie ligt in de lokale driehoek. Keuzes moeten in afweging gemaakt worden met de opdracht die er is voor de lokale veiligheid en samenleving. Dat betekent ook dat bij bovenlokale veiligheidsvraagstukken het gezag in positie moet zijn. Burgemeesters in de regio’s gaan aan de slag met het verder versterken van de invulling van hun rol en de samenwerking in de driehoek. Daarnaast ontstaat er, in een veranderende context van veiligheidsproblematiek en maatschappelijke vraagstukken, bij de politie behoefte aan een snelle en korte lijn met het gezag bij bovenlokale vraagstukken. Daartoe zullen de lokale gezagen in de regio’s werkafspraken maken, om beter te kunnen voorzien in deze behoefte.

Balans binnen het bestel (hoe verhoudt nationaal beheer zich tot het lokale gezag) en een lokaal verankerde politie zijn essentieel voor een goede (samen)werking en daarmee de aanpak van onveiligheid. Hoewel spanningen tussen landelijk en lokaal, beheer en gezag en rollen en verantwoordelijkheden van alle tijden en inherent aan het bestel zijn, signaleren burgemeesters nu dat de invulling van het lokale gezag onder druk staat en steeds meer een papieren werkelijkheid lijkt te worden. Burgemeesters kunnen hun lokale verantwoordelijkheid niet meer waarmaken. Hiermee komen de rechtstatelijke waarborgen van het overheidsoptreden, de politie in het bijzonder, ter discussie te staan. De aanhoudende context van gebrek aan capaciteit maakt het nog noodzakelijker om terug te gaan naar de basis van ons bestel en hier op alle niveaus - van lokaal tot landelijk - zuiver invulling aan te geven en het lokaal gezag te versterken. Dit alles vanuit het perspectief dat alleen een lokaal verankerde, professionele en zichtbare politie de basis is voor een veilige en leefbare maatschappij. En vanuit de blijvende ambitie om hier gezamenlijk, vanuit ieders verantwoordelijkheid, vorm en inhoud aan te geven.