Korte terugkoppeling LOVP 25 november 2024

3 december 2024

Dit LOVP stond in het teken van een eerste stap in een gezamenlijk fundamenteel gesprek over hoe de politie de komende decennia goed politiewerk kan blijven leveren in de context van een veranderend veiligheidsvraagstuk en de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt. Daarnaast is er gesproken over een aantal reguliere LOVP zaken, waaronder de meerjarige aanschrijving van politie, de verdeling van de middelen uit het Regeerprogramma voor politie en de NAVO-top. Er is stilgestaan bij het vertrek van plv. korpschef Huijzer en regioburgemeesters Schouten (Rotterdam) en Van Haersma Buma (Noord-Nederland) zijn welkom geheten.

Fundamenteel gesprek

Het fundamenteel gesprek is gevoerd langs 5 lijnen: de ontwikkelingen in de maatschappij, het aanbod van politiecapaciteit, de vraag naar politiecapaciteit, de inzet van politiecapaciteit en het perspectief van ‘niet alleen meer politie, maar ook het politiewerk anders vormgeven’. Vanuit de deelnemers is gereflecteerd op de diverse thema’s en zijn (aanvullende) beelden opgehaald.

De korpschef heeft het veranderende veiligheidsvraagstuk toegelicht. De beelden van de digitalisering van criminaliteit, een toename van de impact van ondermijnende criminaliteit en maatschappelijke onrust worden herkend. De regioburgemeesters vinden het demonstratierecht een groot goed en ervaren tegelijkertijd dat het faciliteren van dit grondrecht een grote wissel trekt op de schaarse politiecapaciteit. De politie heeft ook te maken met de effecten van gemaakte keuzes op andere beleidsterreinen, zoals de bezuinigingen in de geestelijke gezondheidzorg. Daarbij is het een feit dat politie, maar ook andere partners, de komende jaren te kampen hebben met een tekort aan mensen. Gezamenlijk wordt erkend dat dit tekort de komende jaren niet wordt opgelost, hoewel alles op alles wordt gezet om de gevolgen daarvan te temperen. Het verschuiven van taken in de keten is echter geen vanzelfsprekendheid, omdat alle organisaties eenzelfde capaciteitsdruk ervaren. Mogelijkheden worden gezien in technologische innovaties en AI, om zo de arbeidsproductiviteit te verhogen en administratieve lasten te verlichten. Hier zijn in andere sectoren goede voorbeelden van. Dit vraagt mogelijk ook andere financiële keuzes. De regioburgemeesters hebben aangegeven ook kritisch te kijken naar de effecten van het verkorte basispolitieonderwijs. De keuze is gemaakt om nieuwe agenten daarmee sneller inzetbaar te hebben, maar het betekent ook dat er nog veel meer op straat geleerd en begeleid moet worden. Een gedifferentieerde instroom van politiemedewerkers via verkorte en specialistische functies en het aannemen van buitenlandse politieagenten in de grensstreken worden als potentiele oplossingsrichtingen gezien. De nodige verkenningen op deze punten lopen, waarbij ook juridische haken en ogen beslecht moeten worden. De regioburgemeesters hebben in dit licht ook verzocht om te kijken naar de belemmeringen rondom informatiedeling tussen politiemedewerkers onderling vanwege verschillende aanstellingsgronden.

Ten aanzien van de vraag naar politiecapaciteit hebben de regioburgemeesters opgemerkt dat een deel van de veiligheidsvraagstukken die we maatschappelijk belangrijk vinden buiten beeld lijken te vallen, zoals de aanpak van verkeersveiligheid of de verbinding van politie in de wijk. Deze latente vraagstukken en behoeften moeten geborgd worden in het beeld van de totale vraag, zodat dit meegenomen wordt bij het maken van keuzes voor oplossingsrichtingen. Er moet ook besef zijn dat werk waarvan we vinden dat dit geen of maar beperkt een taak is voor de politie (bijvoorbeeld begeleiding van sportevenementen) ook ten koste gaat van de maatschappelijke inbedding van politie. Het maar zoveel mogelijk ontlasten van politie in haar taken, moet geen eigenstandig leven gaan leiden; zij heeft immers haar oren en ogen in de wijk nodig en heeft een belangrijke signaalfunctie.

In het verlengde van het gesprek heeft de voorzitter van het College procureurs-generaal toegelicht dat gekeken wordt naar het opportuniteit- en selectiviteitskader en de afwegingen met betrekking tot de inzet van strafrecht. Politie vult aan dat de aanpak van digitale criminaliteit uitdagingen met zich meebrengt voor wat betreft de sturing en lokale prioritering. Steeds vaker wonen dader en slachtoffer(s) ver uiteen, wie pakt het op? De inzet van politiecapaciteit in de eenheid op deze criminaliteitsvormen heeft altijd impact op de beschikbare capaciteit lokaal. De regioburgemeesters hebben benadrukt dat zorgvuldige afstemming nodig is. Zij ervaren in den brede steeds minder ruimte om als gezag lokaal nog te beschikken over politiecapaciteit. Ook is gesproken over de toegenomen inzet van politie op de opvolging van winkeldiefstallen met de komst van zelfscankassa’s en de kosten die hiermee afgewenteld worden op de maatschappij. De wens is geuit om gezamenlijk te komen tot normering en handelingsperspectief op dit vlak.

De korpschef licht toe dat het niet alleen gaat om het doen van ander werk, maar om het werk anders te doen. Een voorbeeld is het verkennen van een andere invulling van de incidentafhandeling, om ook de lokale verbinding te borgen. Bovendien staan de offline en online wereld nooit meer los van elkaar. De regioburgemeesters geven aan dat het soms lijkt dat er online meer mag dan offline, omdat de huidige wetgeving daar niet op toeziet. Gedeeld is dat we naar het veranderende veiligheidsvraagstuk in de collectiviteit moeten kijken en niet alleen naar wat politie kan en moet doen. Dat vraagt ook scherpe keuzes voor spelers die hier niet aan tafel zitten, zoals de (lokale) politiek. De minister heeft aangegeven dat het gaat om het vinden van de balans tussen landelijke uitdagingen en de lokale prioriteiten. Het grootste risico in schaarste is naar elkaar wijzen voor wat er niet lukt. Het vraagt om elkaar vasthouden in de aanpak en gezamenlijke keuzes met ruimte voor de invulling op lokaal niveau.

In een volgend LOVP wordt verder doorgesproken, onder meer over uit te werken oplossingsrichtingen. De regioburgemeesters hebben de korpschef verzocht om scherper inzichtelijk te maken waar de politiecapaciteit naartoe gaat en welke beïnvloedingsstrategieën derhalve het meeste rendabel en kansrijk zijn voor verdere uitwerking, om tot gedegen gezamenlijke keuzes te komen.

Regulier LOVP

Financiën politie

De minister heeft toegelicht dat de politiebegroting een structureel tekort laat zien, maar nu sluitend is vanwege de vrijgevallen middelen vanuit de onderbezetting. Er loopt een traject om deze problematiek structureel op te lossen. De regioburgemeesters hebben benadrukt dat het labelen van de gelden uit het Regeerprogramma op zoveel thema’s in combinatie met de structurele financiële problematiek heel ingewikkeld is. Het oplossen van de problematiek binnen de begroting zal leiden tot een bezuinigingsopdracht. En op alle extra gelden moeten bestedingsplannen en verantwoording komen. Ook de meerjarige aanschrijving die op de agenda staat, geeft hiertoe een gedetailleerd kader aan de politie. Op deze manier is het heel moeilijk voor politie om tot goed financieel management te komen en het holt de begroting als sturingsinstrument uit. Zij willen het gesprek voeren over een structurele stabiele financieringssystematiek zonder labelen van budgetten, met commitment op ambities aan de voorkant en een goede verantwoording aan de achterkant. Het gaat om een goede balans tussen politieke wensen en verantwoording op hoofdlijnen over de politie-inzet en wat het oplevert.

NAVO-top

De korpschef heeft de impact op de politieorganisatie toegelicht. Zo zijn er grote beperkingen ten aanzien van het opnemen van verlof rondom de top. De incidentafhandeling, heterdaadopsporing en een beperkte inzet van wijkagenten gedurende de top zijn gewaarborgd. Onderling is afgesproken dat iedere eenheid de eigen broek ophoudt voor wat betreft de politie-inzet op evenementen die periode. De regioburgemeesters hebben de politie gevraagd om inzicht in de beschikbare politiecapaciteit in elke eenheid.

De korpschef heeft in den brede aandacht gevraagd voor het welzijn van de politiemedewerkers, ook na de forse inzet van de afgelopen weken. Er is momenteel weinig hersteltijd en de werkdruk blijft hoog. De minister wijst op het belang om de politie zoveel mogelijk te ontzien rondom demonstraties, evenementen en voetbalwedstrijden. De regioburgemeesters hebben, mede naar aanleiding van de ongeregeldheden afgelopen weken, benadrukt dat de besluiten met betrekking tot een proportionele en effectieve inzet van maatregelen en de aansturing van politie bij demonstraties aan het lokaal gezag zijn.