Burgemeesters

De burgemeester is belast met de handhaving van de openbare orde in zijn gemeente. Samen met de officier van justitie en de politiechef vormt de burgemeester de gezagsdriehoek. In dit overleg worden afspraken gemaakt over de inzet van de politie op de lokale prioriteiten en de aanpak van criminaliteit.

Bij het handhaven van de openbare orde bedient de burgemeester zich van de onder zijn gezag staande politie (art. 172 Gemeentewet en art. 11 Politiewet 2012). De burgemeester legt over het door hem uitgeoefende gezag verantwoording af aan de gemeenteraad (art. 15 Politiewet 2012).

In het overleg in de gezagsdriehoek worden afspraken gemaakt over de inzet van de politie op de lokale prioriteiten en de aanpak van criminaliteit. De driehoek bestaat uit de burgemeester, de officier van justitie en politiechef of teamchef van politie van het team waar de gemeente onder valt. Hoewel het niet in de wet is opgenomen, is de burgemeester meestal de voorzitter van het driehoeksoverleg. Om praktische redenen wordt de driehoek vaak vormgegeven met meerdere burgemeesters op bovengemeentelijk niveau. In de wet is echter expliciet opgenomen dat de burgemeester kan bepalen dat het driehoeksoverleg plaatsvindt op gemeentelijk niveau.

In de driehoek worden afspraken gemaakt over de inzet van de politie. Er worden daarnaast afspraken gemaakt over het dienstverleningsniveau van politie aan burgers. Het kan dan gaan om aangiftemogelijkheden, (tijden van) bereikbaarheid en beschikbaarheid van politie, openingstijden politiebureaus, samenwerking met toezichts- en handhavingsdiensten en private partijen en om informatie-uitwisseling. Door hier afspraken over te maken krijgt de burgemeester een instrument in handen waarmee hij zijn gezagsrol concreter kan invullen, aldus de memorie van toelichting bij de Politiewet 2012.

In de politiewet is vastgelegd dat  burgemeesters van de gemeenten in het gebied waarin de regionale eenheid de politietaak uitvoert, de hoofdofficier van justitie en de regionale politiechef,  ten minste eenmaal per jaar gezamenlijk overleg voeren over het beleid en de taakuitvoering van de politie.

In dit overleg stellen  de burgemeesters en de hoofdofficier van justitie in ieder geval elk jaar een jaarverslag voor de regionale politie-eenheid vast. Daarnaast wordt ten minste eens in de vier jaar  een regionaal beleidsplan voor de regionale politieeenheid vastgesteld in het regionale overleg.  Het regionaal overleg wordt ook gebruikt om goede voorbeelden in de aanpak van onveiligheid te delen en van gedachten te wisselen over ontwikkelingen rond de politie.

Verder worden de burgemeesters via de regioburgemeester betrokken in het proces van totstandkoming van de landelijke prioriteiten van de politie.

Tot slot staat in de Politiewet dat burgemeesters door de korpschef betrokken moeten worden bij  de indeling van de regionale eenheden en de omvang van de onderdelen (zoals bijvoorbeeld de omvang van de basisteams).

De rol van de burgemeester bij klachten over de politie 

Als een burger van mening is dat hij niet naar behoren is behandeld door de politie, kan hij een klacht indienen. Bureau regioburgemeesters heeft in een factsheet (pdf, 480 kB) op een rijtje gezet wat de wettelijke rollen en taken van de burgemeester zijn met betrekking tot de behandeling van klachten over de politie. Daarin staat ook een handreiking hoe  invulling te geven aan de rol van de burgemeesters bij de klachtbehandeling. Dit mede naar aanleiding van een aantal goede ervaringen in enkele regio’s.

 

Meer informatie